Het centrale hart is dan ook letterlijk tussen de andere functies in gelegd. Vervolgens worden de stroken iets uit elkaar getrokken. Zo ontstaat, naar analogie van de wegen- en verkavelingsstructuur, een intern openbaar gebied. Door de middelste zone te verdraaien ten opzichte van de flankerende zones opent het gebouw zich en zoekt een natuurlijke verbinding met haar omgeving.
De vormgeving van het gebouw en de ruimtelijke positie in de omgeving neemt je bij de hand en leidt je naar binnen. Groen, vrolijk, optimistisch, luchtig, stijlvol en creatief. Dit zijn kenmerken waar, volgens ons, een brede school niet buiten kan. Het draait om de gebruikers en de beleving die zij hebben bij het gebouw. De functionaliteit van het gebouw laat zich primair aflezen aan de buitenkant. Het is een weerspiegeling van het programma en de gebruiker. deze leesbaarheid zetten wij bewust door in het interieur. De open ruimtes, gangen en relaties wijzen de weg. De lange lijnen, de verbredingen en kleuraccenten zijn oriëntatie middelen daarin.